Tai Chi Ch'uan is een oude Chinese Taoïstische bewegingskunst. Oorspronkelijk was Tai Chi Ch'uan (kortweg TCC) een vechtmethode, waarbij de nadruk niet lag op spierkracht, agressie en overwinnen, maar op ontspanning, sensitiviteit, meegaandheid en harmonie. In de laatste eeuwen heeft TCC zich in China ontwikkeld tot vijf hoofdstijlen. Binnen deze stijlen ontstonden verschillende "vormen", zoals de langzame korte- en lange vormen, de snelle vormen, partnervormen, en vormen met wapens zoals bijvoorbeeld de zwaardvorm.

Deze 5 hoofdstijlen zijn:

  •     De Chen familie stijl, de oudste stijl waar men sprak van TCC.
  •     De Yang familie stijl, in de negentiende eeuw onstaan uit de veertiende generatie van de Chen stijl.
  •     De Wu, of Hao stijl, onstond uit de Chen stijl, en de eerste generatie Yang stijl.
  •     De Sun stijl onstond begin twintigste eeuw uit de Hao stijl.
  •     De Wu (Chian Ch'uan) stijl ontstond uit de de eerste generatie Yang stijl.

In het huidig China wordt TCC vooral beoefend voor de gezondheid en is zeer populair onder de ouderen.

In de westerse wereld is TCC vooral bekend als een bewegingskunst voor de gezondheid, waarbij de beoefenaar zich na een aantal jaren kan richten op meditatie als doel op zich en op aspecten van zelfverdediging

De langzame vormen bestaan uit harmonieus verlopende, rustig in elkaar overvloeiende houdingen, deze bewegingsreeksen vereisen geen bijzondere conditie of bewegingservaring vooraf. Ze kunnen door iedereen moeiteloos uitgevoerd worden, ongeacht leeftijd of fysieke gesteldheid. Thuis dagelijks 10 tot 20 minuten oefenen verdient aanbeveling.

Na verloop van tijd ontwikkel je in de TCC bewegingen een alerte ontspanning, "Sung" en een sensitiviteit voor wat er om je heen gebeurt. Je adem komt vanzelf tot rust, lichaam en geest bereiken een weldadige toestand van dynamische harmonie, en energie doorstroomt je hele lichaam.